Naslagwerk

 

Het naslagwerk gaat dieper in op waar allemaal aan gedacht kan worden op de gebieden van toegang, veilig leerklimaat, docent, studentinteractiesleerinhoud en leeromgeving. Tips, tools en links naar literatuur en verdere informatie worden gegeven bij alle onderdelen, maar er geldt: dit is geen uitputtende lijst.


Toegang

Hoe toegankelijk is de fysieke leeromgeving voor studenten met verschillende behoeften?

  • Denk hierbij aan de fysieke toegankelijkheid van studenten die fysieke beperkingen hebben en de hulp die jij als docent kan bieden in het gebouw en het klaslokaal.

    • Ken je de locatie van de mindervalidenparkeerplaats, –ingang en –toiletten?

    • Kunnen studenten gebruikmaken van de lift zonder extra voorzieningen?

    • Navigeren met krukken, rollator of rolstoel in gangen en lokaal.

    • Tassen of andere spullen op de grond, in het gangpad, die de vrije doorgang kunnen blokkeren of vermoeilijken.

      • Let ook op tassen op stoelen die zitplaatsen blokkeren.

    • Is er dicht bij de deur van het lokaal een geschikte zitplek vrij? Zit de mindervalide student dan niet te veel afgezonderd van de andere studenten?

    • Betrek alle studenten bij de zorg voor deze verantwoordelijkheden. De les toegankelijk maken is de taak van iedereen.

... op het moment dat ik een student heb die een been breekt, ben ik de eerste persoon die actie onderneemt om een liftpas te regelen.

Een voorbeeld dat me is bijgebleven als mentor van een student met ADD is dat een opname heel fijn was, want in de normale periode [voor lockdown] was die [student] totaal overprikkeld.


  • Welke hulpmiddelen zijn beschikbaar om fysieke toegang te verbeteren?

    • Denk hierbij ook aan mogelijkheden om meer fysieke lessen op dezelfde dag in te plannen, zodat de mindervaliden minder reizen hoeven te maken.

    • Als docent hoef jij niet volledig te weten wat jouw onderwijsinstelling allemaal ter beschikking kan stellen om toegang te verbeteren, maar het kan helpen als jij weet waar studenten terecht kunnen met vragen en aanvragen.

    • Worden (oud-)studenten betrokken bij de evaluatie van de toegang van de fysieke leeromgeving via evaluaties en/of focusgroepen?

 

Denk ook aan de toegankelijkheid van het internet en de online omgeving.

  • Voorleesmogelijkheid voor degenen die dat prefereren, zoals slechtzienden, NT2’ers of moeilijke lezers.

  • Ondertiteling en transcripties voor degenen die dat nodig hebben, zoals slechthorenden of studenten met ADHD.

  • Het aanmaken van een account en recht op (online) privacy.

  • Gebruik van laptops, mobiele apparaten en andere apparatuur.

  • Benadrukken van goedkopere (student)versies van Word, en andere programma’s.

  • Laat je informeren over het verschil tussen een Chromebook/tablet/iPad en een laptop/PC, en welke programma’s wel en niet werken op welk apparaat.

  • Is de online omgeving compatibel met schermlezers?

  • Tips en toolkit voor het toegankelijk maken van websites

  • Internetgebruik met een cognitieve of neurologische beperking

  • Worden oud-studenten betrokken bij beoordeling van de toegangkelijkheid van de digitale leeromgeving via evaluaties en/of focus groepen?


Als het gaat om ‘is het te volgen?’, dan zie ik het wel als mijn taak. Verschillende leerstijlen of verschillende leerbehoeftes, op die manier het onderwijs toegankelijk maken: Extra uitleg bieden of studenten laten versnellen als ze het zelfstandig willen doen.

Het zit denk ik ook heel erg in de signaleringsfunctie. [Ik heb] misschien niet de verantwoordelijkheid om het te regelen, maar wel om het te signaleren.


  • Welke hulpmiddelen zijn beschikbaar om online toegang te verbeteren?

    • Zijn er technologieën beschikbaar zoals aangepaste toetsenborden, schermvergroters of spraakherkenningssoftware?

    • Is de IT-afdeling van jouw onderwijsinstelling makkelijk toegankelijk voor studenten?

    • Worden (oud-)studenten betrokken bij de evaluatie van de gebruiksvriendelijkheid van de online omgeving via evaluaties en/of focusgroepen?


Welke basis digitale vaardigheden en leermiddelen zijn noodzakelijk voor studenten om succesvol deel te kunnen nemen?

 

... dat autonomie voorwaardelijk is om je competent te voelen, zodat je weet dat je je eigen problemen kunt oplossen binnen de [online] omgeving, of dat je documenten kunt vinden.

We doen veel voor op het bord, dus het is niet zo dat ze alleen maar zelfstandig in [de online omgeving] moeten werken. Ik projecteer wat ik daar doe op het bord: ‘We gaan op deze pagina starten, lees het allemaal eens en vertel aan elkaar wat je hebt gelezen.'


  • Wat moeten studenten weten en kunnen op administratief en digitaal vlak?

    • Moeten studenten weten hoe ze gebruik maken van leerplatforms, e-mail, en andere digitale tools? Wordt dit uitgelegd en voorgedaan in de les?

    • Zijn er handleidingen of tutorials beschikbaar voor de gebruikte software en platforms? Zowel geschreven als in een infographic of video.

    • Moeten studenten zich kunnen inschrijven voor cursussen, toegang krijgen tot studiemateriaal en hun voortgang kunnen bijhouden via digitale systemen?

  • Herken de verschillende technische persona’s:

    • De analoge idealist: Heeft een negatieve houding t.o.v. technologiegebruik. Deze persoon heeft steun nodig en wil het nut inzien van technologie.

    • De aarzelende technologiegebruiker: Heeft moeite met nieuwe technologieën en tijd nodig om een nieuwe vaardigheid aan te leren.

    • De digivaardige persoon: Kan nieuwe technologie goed eigen maken.

    • De digitale enthousiasteling: Persoonlijke interesse en enthousiasme voor technologie, heeft ook voorkeur voor technologieën als die niets toevoegen.


Overig, interessant en handig