Onderzoeksmethoden

-
Heterogene samenstelling.
Docenten en docent-onderzoekers vanuit de verschillende opleidingen gaan samenwerken in een fieldlab onder begeleiding van een docent-onderzoeker die het proces bewaakt. We verwachtten dat dit bijdraagt aan de variatie van onderwijspraktijken die worden ingebracht, omdat basisbehoeften van studenten kunnen verschillen in verschillende contexten. Bovendien denken we dat een heterogene samenstelling kan bijdragen aan inzicht in verschillen en overeenkomsten tussen de opleidingen, en wat dit betekent voor inclusieve digitale didactiek.
-
Werkwijze fieldlab inclusieve digitale didactiek
Participatief actieonderzoek (PAR, Eelderink, 2021). De keuze voor PAR is gebaseerd op het verkennende karakter van het onderzoek: onze aanname is dat er geen uniforme vorm of benadering is ontwikkeld in de opleidingen van de verschillende onderwijssectoren. Het participatieve karakter is congruent met het onderwerp van het onderzoek: een systemisch inclusief perspectief waarbij participanten een stem krijgen en hun verhaal over inclusieve digitale onderwijspraktijken kunnen delen. Betrokkenen worden uitgedaagd om samen betekenis te geven aan hun bevindingen en zijn in die zin onderzoekers (zie Chevalier & Buckles, 2019).
We beogen met dit onderzoek zicht te creëren op een duurzame verandering in structuur, cultuur en processen (Krijgsman et al., 2022). Daarom is gekozen voor een opzet in 3 stappen. In de eerste stap ligt de nadruk op het identificeren en beschrijven van bestaande inclusieve onderwijspraktijken volgens een te ontwikkelen kijkkader. De tweede stap is gericht op het expliciteren, evalueren gericht op het doorontwikkelen van geïdentificeerde interventies binnen inclusieve onderwijspraktijken gericht op het doorbreken van bestaande patronen. In de laatste stap wordt teruggekeken op de ervaringen en wordt gekeken wat het borgen van nieuwe aanpakken en patronen vraagt van de structuur, cultuur en processen binnen de onderwijscontexten.
De participanten in het fieldlab doorlopen een cyclus van PAR met drie stappen: Look-Think-Act (Eelderink, 2021):
-
Look: inventarisatie, nadere exploratie en het delen van geïnventariseerde inclusieve digitale onderwijspraktijken vanuit het nog te ontwikkelen kijkkader. Dit inventariseren en elkaar bevragen wordt via de Critical Incident Technique (CIT) uitgevoerd om zo patronen te identificeren en te onderzoeken;
-
Think: op de uitkomsten van de eerste stap wordt gereflecteerd en verdere inzichten gedeeld rond een te ontwerpen proceshandreiking IDD. Tevens worden alternatieve aanpakken verkend;
-
Act: een actieplan voor doorontwikkeling opgesteld, uitgevoerd en gemonitord. Opgedane ervaringen leiden tot nieuwe (beoogde) patronen in inclusieve digitale onderwijspraktijken.
Docenten/onderzoekers uit verschillende opleidingen bevragen elkaar via de Critical Incident
Technique (CIT). Het doel is elkaars context en werkveld te leren kennen. De CIT wordt in onderwijsonderzoek gebruikt om te reflecteren op lespraktijken en de vooronderstellingen van docenten (Madrid Akpovo, 2017; Philpot et al., 2020) met name bij het leren van volwassenen (Brookfield, 2005). CIT deelnemers lijken meer eigenaarschap te ervaren in het delen van hun verhaal (Tripp, 2012) en dat resulteert in een betere professionele dialoog en helpt daardoor om beter de lespraktijk en zijn assumpties daarover naar de voorgrond te brengen (Tripp, 2012).
-
Inhoudelijke ondersteuning in de vorm van een kijkkader met richtvragen, dat de verschillende fasen in de professionele dialoog over de geselecteerde digitale onderwijspraktijken ondersteunt:
A) Expliciteren en vastleggen van de onderwijspraktijk en achterliggende redenatie (bijvoorbeeld ook middels les-opnamen/observaties);
B) Evalueren van onderwijspraktijken en redenaties: in hoeverre is die inclusief? Is er sprake didactisch redeneren in relatie tot inclusiviteit? Welke aspecten uit de context zijn bepalend?;
C) Doorontwikkelen door vast te stellen hoe praktijk zou kunnen worden (het kan ook zijn dat een wo docent een mbo onderwijspraktijk implementeert)
Instrumenten
Er werd gebruik gemaakt van onderstaande instrumenten:
1) Learner report (attitudes, zelfkennis en zelfinzicht worden zichtbaar gemaakt)
2) Semi-gestructureerde interviews op basis van het CIT-model en het waarderend-onderzoekend interviewmodel
3) Semi-gestructureerde exit-interviews
4) Ontwikkeld kijkkader om IDD in kaart te brengen.

Afsluitend symposium
Ter afsluiting van het onderzoeksproject werd op 25 oktober 2024 een symposium georganiseerd op de VU. Tijdens deze bijeenkomst werden de onderzoeksresultaten aan de deelnemers van de fieldlabs en geïnteresseerden gepresenteerd. Ook de uitkomsten van de onderzoeken van de deelnemers werden via posterpresentaties toegelicht. In een paneldiscussie werden de diverse perspectieven van de onderwijssectoren belicht. De inclusie-expert van het consortium sloot de bijeenkomst af met een betoog over de toekomst van dit onderzoek.



Hieronder kun je voor elke poster gepresenteerd op het symposium een impressie bekijken.




